zaterdag 4 juli 2009

De ingetrapte deur was reeds open

Naar aanleiding van een rapport van het federaal Kenniscentrum Gezondheidszorg (KCE) verscheen er op 3 juli 2009 een artikel in De Standaard met als titel “Pillen helpen zelden bij alzheimer”. Het antwoord op de vraag of de beschikbare medicatie tegen de ziekte van alzheimer nuttig is, is genuanceerder. Maar krantenartikels en zeker hun titels zijn nu eenmaal niet genuanceerd. Zelfs de conclusies van het rapport van het kenniscentrum die vrij vernietigend zijn over het gebruik van deze middelen zijn genuanceerder dan het artikel. Dus om het op zijn Dehaenees te zeggen: “geloof nooit alles wat er in de gazet staat”. Het erge is natuurlijk dat ook de naaste betrokkenen én de alzheimer patiënt zelf deze ongenuanceerde stelling lezen.
De huidige medicatie bij de ziekte van Alzheimer, zoals algemeen geweten, is niet genezend. Hoogstens remt het het aftakelingsproces wat af. Daarom is het inderdaad vrij nutteloos om de ziekte van Alzheimer (en andere vormen van dementie) puur farmacologisch te behandelen. Het toedienen van medicatie bij personen met dementie is enkel nuttig als het kadert in een multidisciplinaire totaalzorg. Wie dit laatste nog ontkent houdt zich beter ver weg van diagnostiek en behandeling van dementie.
Deze begint met een duidelijke diagnose van de geheugenproblemen. Vooreerst moet men nagaan of de persoon die zich aanbiedt met geheugenproblemen wel één of andere vorm van dementie heeft. Lichamelijke oorzaken, psychische stoornissen (bijv. depressie),... kunnen immers ook geheugenproblemen veroorzaken. In een tweede fase is het belangrijk om het soort dementie vast te stellen. Medicatie is immers niet altijd nuttig bij elke dementie. Zo zijn ze (o.a.) nuttig bij de ziekte van Alzheimer, maar er bestaan nog tal van andere vormen van dementie. Een vroegtijdige en zo correct mogelijke diagnose (meestal gaat het nog steeds om een werkhypothese) is niet alleen belangrijk voor de medicamenteuze behandeling maar evenzeer voor de toekomstplanning. Zeker in een vroegtijdige fase van de ziekte moet de patiënt alle kans krijgen om daarbij zijn stem te laten horen. M.a.w. als een correcte diagnostiek enkel gebeurt om al dan niet een pilletje te starten dan is deze, mij inziens, vrij waardeloos.
Want een moderne behandeling van een persoon met dementie is een combinatie van een eventuele farmacologische therapie met (de veel belangrijkere) psychische en psychologische ondersteuning van de patiënt.
En zoals het KCE schrijft in zijn rapport is het uiterst belangrijk om de mantelzorgers van de patiënt professioneel te ondersteunen. En laat het nu net bij die ondersteuning zijn dat we als zorgsector aanvoelen dat de overheid - die wel de nutteloze ginkgo biloba preparaten terugbetaald - tekort schiet. Naar mijn informatie hebben de Expertise Centra Dementie (ECD), bijvoorbeeld, de opdracht gekregen om zich meer te richten op vorming van professionelen en dit ten koste van de patiëntenbegeleiding. Nochtans is de ervaring in de Brugse regio, waar het ECD Foton sinds jaren werkt met professionele consulenten -die waar nodig ook aan huis komen voor o.a. een ondersteunend gesprek- positief. De mantelzorgers en patiënten die in de geheugenkliniek over de vloer komen voor follow-up zijn uiterst positief over dergelijke waardevolle contacten. Hopelijk wordt dit project, die heden een proefproject blijkt, verder gefinancierd.
Een laatste nuancering wil ik maken i.v.m. de opname in een Woon en Zorgcentrum ( WZC, in de volksmond genaamd: gesticht, ‘t rustoord, …). Het moet duidelijk zijn dat het “nergens beter dan thuis” is, maar een opname in een WZC is geen schande of falen, geen rampscenario of strafkamp. Het is een volwaardige vorm van Wonen en Zorgen. Een aantal zorgsituaties laten nu eenmaal niet toe dat iemand in de thuissituatie verder kan verzorgd worden. Het is inderdaad meestal het stadium voor de hemel, maar het is daarom nog geen hel. Het negatieve beeld dat er nog steeds bestaat over WZC doet veel onrecht aan alle zorgverstrekkers die zich dagelijks inzetten voor een professionele, moderne en humane zorg in de residentiële setting. Niet in minst in de specifieke zorg voor dementerende personen.
Dus de zorg voor de medemens met dementie is er een met vele tentakels en facetten. Het is daarbij de kunst om de zorg individueel aan te passen. Een farmacologische therapie kan een van die facetten zijn, maar nooit de enige. Dit is reeds lang het algemeen leidmotief van wie op een serieuze en professionele manier bezig is met de zorg en behandeling van personen met dementie. M.a.w. het rapport van het KCE trapt eigenlijk een deur in die reeds openstond.

Klik hier om het artikel te lezen in De Standaard.
Lees het rapport van het KCE op http://www.kce.fgov.be/index_nl.aspx?SGREF=5260

Geen opmerkingen:

Een reactie posten